Tag Archive for klusbedrijf

Top 13 oudste familiebedrijven in Nederland

Uit nieuw onderzoek van Baker Tilly Berk en Nyenrode Business Universiteit blijkt dat de Top 13 van oudste familiebedrijven in Nederland moet worden aangepast. Nieuwkomers in de lijst zijn bijvoorbeeld Aannemers- en Timmerbedrijf Roozemond en Hotel Wesseling.

Nieuwe noteringen

Met een gemiddelde ‘leeftijd’ van 350 jaar verwacht je niet dat een lijst met de oudste familiebedrijven van Nederland erg dynamisch is. Toch zijn er interessante wijzigingen. Zo komen Aannemers- en Timmerbedrijf Roozemond, opgericht in 1650, en Hotel Wesseling, opgericht in 1662, ‘nieuw’ binnen. Verder is Bijkerk, de voormalige nummer drie, verkocht aan een externe partij.

Aannemers- en timmerbedrijf

Voor het Aannemers- en timmerbedrijf Roozemond uit Stavenisse in Zeeland wordt door de Kamer van Koophandel 1650 aangehouden als jaar van oprichting. Het bedrijf is uitgegroeid van een timmerman naar een volwaardig bedrijf in diverse (ver)bouwwerkzaamheden opererend vanaf Tholen. Leendert Roozemond jr., uit de elfde generatie, is zich al volop aan het voorbereiden op de opvolging. Zijn vader Leen Roozemond voert op dit moment nog de scepter. Roozemond is hiermee het oudste familiebedrijf van Zeeland.

Recent onderzoek van het Drents Archief toont aan dat inmiddels de tiende generatie bij het in 1662 opgerichte familiebedrijf Hotel Wesseling uit Dwingeloo de leiding heeft. In dat jaar verkocht de oprichter “7 vaene bier” vanuit de eigen brouwerij. Het bedrijf is in de 18e eeuw uitgegroeid naar een herberg-café- brouwerij. In 1990 heeft Annemarie Wesseling eerst samen met haar broer en vervolgens samen met haar echtgenoot het familiebedrijf overgenomen. Hotel Wesseling is hiermee het oudste familiebedrijf in Drenthe en het oudste familiehotel in Nederland.

Oudste familiebedrijf van Nederland

Het oudste familiebedrijf van Nederland blijft Touwfabriek G. van der Lee uit Oudewater. Opgericht in 1545 houdt het familiebedrijf zich al generaties bezig met de productie van touw. Momenteel heeft de 13 e generatie het bedrijf in eigendom. Zij zijn als aandeelhouder en commissaris bij het bedrijf betrokken.

Eisen voor opname in de lijst

Op 1 maart 2012 is aannemings- en installatiebedrijf Bijkerk, het voormalig oudste familiebedrijf van Zeeland, verkocht aan een niet-familielid. Na tien generaties moet het voormalig klusbedrijf uit Burgh-Haamstede dan ook de lijst met oudste familiebedrijven verlaten. Familiebedrijven moeten namelijk binnen de familie van de oprichter zijn overgedragen. Dit betekent bijvoorbeeld overdracht van vader op zoon, maar ook aangetrouwde familieleden kunnen als opvolger fungeren. Als eis wordt wel gesteld, dat de desbetreffende onderneming sinds de oprichting nog steeds onafgebroken in handen van dezelfde familie is en door de eeuwen heen ook altijd actief is gebleven.

Onderzoek blijft lastig

Onderzoek naar de historie van familiebedrijven blijft lastig. Onderzoekers zijn aangewezen op hetgeen via gemeenten, kerkelijke registers en andere officiële bronnen aan verifieerbare documentatie beschikbaar is. Om die reden roepen Baker Tilly Berk en de Nyenrode Business Universiteit Nyenrode familiebedrijven dan ook op, om zich aan hen bekend te maken, als zij van mening zijn dat de lijst van oudste familiebedrijven van Nederland zonder hun familiebedrijf niet compleet zou zijn.

Snellere procedure bij vergunningen voor (ver)bouw

Inwoners van Haarlem die iets aan hun huis willen veranderen, kunnen de vergunning daarvoor vanaf nu sneller dan voorheen in huis hebben. De gemeente heeft de procedures rond het verstrekken van omgevingsvergunningen efficiënter gemaakt. Daar staat tegenover dat de gemeente nadrukkelijker dan voorheen verlangt dat aanvragers het benodigde voorwerk doen. “Een goede voorbereiding is het halve werk,” zegt verantwoordelijk wethouder Ewout Cassee. “Ons streven is omgevingsvergunningen voor bijvoorbeeld een dakkapel, een opbouw of uitbouw, die compleet mét alle noodzakelijke informatie is ingeleverd, binnen twee weken te verlenen.”

Waarom past de gemeente de procedures aan?

“Als mensen een omgevingsvergunning aanvroegen bij de gemeente, duurde het vaak tot wel acht weken voor zij die vergunning van ons ontvingen. In een moderne organisatie moet dat sneller kunnen. Het afgeven van particuliere omgevingsgunningen kost de gemeente meer dan er aan inkomsten (leges) tegenover staat. De gemeente lijdt er dus verlies op. Voorheen werd dit gedekt uit de leges voor grote projecten in de stad. Maar, door de afname van grote projecten is dit niet langer het geval. We verwachten dat de nieuwe werkwijze tot een kostenbesparing leidt. Ook dat was een reden om de procedures onder de loep te nemen. En met een nieuwe innovatieve werkwijze willen we ook landelijk een voorbeeldrol vervullen. Wat mij betreft een voorbeeld van denken, durven en doen.”

Hoe lukt het nu om sneller een vergunning af te geven?

“in de afgelopen maanden experimenteerden we met het efficiënter op elkaar afstemmen van de verschillende toetsen en adviezen die nodig zijn voor het afgeven van een omgevingsvergunning. De procedure is nu zo gestroomlijnd dat alle aanvragen die een positief advies krijgen sneller kunnen worden afgegeven, zodat het klusbedrijf van start kan gaan met de aanbouw. Er ging veel tijd verloren doordat ambtenaren vaak om aanvullende of ontbrekende informatie moesten vragen. Daarom geven we nu op onze website voorbeelden van veel voorkomende aanvragen. Daarmee is het eenvoudig om de aanvraag op de juiste manier in te leveren. Dus in de voorbereiding vragen we wat meer van de aanvragers zelf .”

Is de manier van aanvragen ook veranderd?

“Aanvragen voor omgevingsvergunningen worden steeds vaker digitaal ingediend. Het digitaal loket van de gemeente geeft een uitleg van de procedure en linkt door naar het Omgevingsloket online. Daar kunnen de mensen zelf de aanvragen indienen. Dat werkt ook sneller dan de oude papieren aanvraag. De gemeente adviseert overigens om aanvragen samen met een aannemer, architect of andere deskundige altijd goed voor te bereiden.”

De snellere manier van werken is onderdeel van een groter project om de gemeentelijke bouwleges kostendekkend te maken. Dat project is nog niet klaar. Cassee: “We willen met elkaar nog afspraken maken over wanneer de gemeente wel of juist niet meewerkt aan bouwplannen die niet direct passen in huidige bestemmingsplannen. ”

NOOT: Het Omgevingsloket online is een initiatief van het ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieu (VROM), het Interprovinciaal Overleg (IPO), de Unie van waterschappen en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG)

Opleidingsbedrijven bouw bundelen krachten

Dertig opleidingsbedrijven in de bouw- en infrastructuursector gaan een landelijk samenwerkingsverband aan. Onder de titel Bouw- en Inframensen willen ze gezamenlijk het bouwonderwijs versterken, meldt dagblad Cobouw zaterdag. Behalve met een teruggang van het aantal leerlingen kampt de sector met een nog hardere daling van het aantal leerwerkplekken in de verschillende branches. Leerlingen die zoeken naar een stageplaats als elektricien, dakdekker of slotenmaker komen nu amper aan de bak. Voorzitter van het samenwerkingsverband Swanette Jukema laat in het vakblad weten dat een nieuwe koers hard nodig was, omdat de situatie bij veel opleidingsbedrijven onhoudbaar werd. “Niets doen was geen optie meer”, vertelt Jukema. “Maar wat er nu uitkomt, is veel mooier dan wie dan ook een jaar geleden durfde te denken.”

Crisis

Eerder dit jaar meldden Samenwerking Beroepsonderwijs Bedrijfsleven en het UWV Werkbedrijf al dat het aanbod aan stageplekken en leerwerkplekken dalende was. Daarbij werd met name de bouw genoemd, een sector die zwaar te lijden heeft onder de economische crisis en de stagnerende woningmarkt.

Nieuwe stagemodellen

Het samenwerkingsverband Bouw- en Inframensen verwacht onder andere meer ruimte te hebben voor nieuwe onderwijs- en stagemodellen, bijvoorbeeld gericht op vmbo’ers met nog beperkte technische vaardigheden. Door het lopen van een eenvoudige stage bij bijvoorbeeld een klusbedrijf wordt een win-win situatie gecreëerd voor zowel het bedrijf als de stagiair.

Ook zouden er flexpools kunnen komen om op projectbasis te voorzien in leerwerkplekken. Het landelijke samenwerkingsverband wordt volgende maand officieel. In januari moet het van start gaan.

Nederlandse huishoudens hebben grote klusplannen

Woonconsumenten zijn op de woningrenovatiemarkt de belangrijkste opdrachtgever voor de bouwsector. Ruim de helft van de huishoudens heeft klusplannen voor de komende twee jaar. Gemiddeld gaan zij respectievelijk 1.520 en 3.121 euro besteden aan woningonderhoud en woningverbetering.

Veel type klussen worden echter door de huishoudens zelf of door vrienden/familie gedaan. Professionals kunnen klussen naar zich toetrekken door scherp te prijzen, flexibel te klussen en door hun expertise te benadrukken. Dat blijkt uit het WoonKennis Jaarrapport 2012/2013.

Kansen

Slechts 38 procent van de huishoudens heeft helemaal geen klusplannen in de komende twee jaar. Nog eens zeven procent weet het niet of heeft geen mening. Het kluspotentieel (55 procent) biedt kansen voor menig fabrikant, bouwmarkt en klusbedrijf. Zij hebben echter niet bij alle typen huishoudens en consumenten evenveel kans om bezocht of ingehuurd te worden. Zo gaan woningeigenaren overduidelijk meer klussen dan huurders, evenals de mensen met een hoger inkomen. Logischerwijs hebben ervaren klussers ook meer op de planning staan dan niet-klussers of klussers. Meest populaire klussen zijn schilderen, behangen, tegels leggen en werkzaamheden in de tuin.

Zelf doen of laten doen?

Huishoudens die plannen hebben om te gaan verbouwen moeten nog beslissen of ze de klussen zelf gaan uitvoeren of dat ze het laten doen. Per klus is gevraagd of consumenten het zelf gaan doen, laten doen door hun partner, laten doen door vrienden/bekenden of door een professional. De klussen zijn hiervoor gegroepeerd per type klus. Woonconsumenten doen vooral de kleine binnenklussen, zoals schilderen en behangen, zelf. Ook worden daar vaak partners, familie en vrienden voor ingeschakeld. Buitenklussen en de tuin worden al iets minder vaak zelf gedaan. Voor bijvoorbeeld het schilderen of voegen schakelt gemiddeld 16 procent al een professional in. Opvallend is dat veel woonconsumenten familieleden of vrienden hebben die goed zijn in klussen in de tuin, zoals tegels leggen.
Het is lang niet vanzelfsprekend dat de professional wordt ingeschakeld bij klusplannen van consumenten. Bij het vervangen van een complete badkamer, bij dakonderhoud schakelt men wel snel een dakdekker in. Bij grote binnenklussen zoals het vervangen van kozijnen, of het aanleggen van verwarming gebeurt dat vaak ook. Dat zijn natuurlijk ook grote en vaak specialistische klussen, waarover de kennis bij consumenten geregeld zal ontbreken.

Controle, prijs en vertrouwen

Verreweg de belangrijkste reden voor huishoudens om een klus zelf uit te voeren is het kostenaspect (81 procent). Zelf doen is immers goedkoper dan een professional inschakelen. Verder geeft ruim de helft aan dat ze dan ook zelf kunnen bepalen wanneer de klus wordt uitgevoerd en 17 procent heeft zelfs meer vertrouwen in hun eigen kunnen dan in de expertise van een professional.
Bij veel klussen is er ook een aanzienlijk percentage dat nog niet weet door wie ze een klus laten uitvoeren. Daar liggen de kansen voor uitvoerende bouwpartijen. Zij kunnen de groep die twijfelt of ze een professional gaan inhuren over de streep trekken door scherp te prijzen, te laten zien hoeveel kennis er in huis is en door zich flexibel op te stellen in de planning van een klus.